1. Wie ben jij en wat heb jij?

Denk eens aan wat jij het leukst vindt op je werk of op school of bijv. op je sportclub?

Ben je meer van ’mensen’ of van ’dingen’, meer van boek of van praktijk, chillen of actief?

Kun je benoemen wat je talenten zijn of dingen die je hebt geleerd?

En wat zou je nog meer voor jezelf kunnen gebruiken? Heb je ergens veel ervaring mee of kun je heel goed voetballen?

2. Wat doe jij dan?

Welke dingen doe jij zo op een dag?

En zijn daar dingen bij waarmee je verschilt van een ander?

Hoe kan jij met de dingen die jij doet een verschil maken voor een ander?

3. Wie helpt jou?

Wie zijn de mensen in jouw omgeving die jou helpen om te kunnen doen wat je doet?

Dan kun je denken aan vrienden, familie, collega’s of klasgenoten, je voetbalcoach etc. En wat doen die dan precies om jou te helpen om te doen wat je doet?

4. Wat heb jij dan te bieden?

Hoe maak jij met wat jij doet verschil voor een ander? Los je misschien een probleem op? Of help je anderen om beter te zijn op school? Of kan je zo goed verkopen dat je baas heel blij is?

Kortom, wat maakt van jou nou een kadootje?

5. Voor wie kun je dan wat betekenen?

Als je weet wie je bent, wat je doet en wat je dan te bieden hebt, kun je dan ook verzinnen voor wie jouw ’kadootje’ interessant is?

Als je goed kan verkopen dan zal je baas daar misschien heel blij mee zijn, als je altijd vrolijk bent, vinden je docent en je klasgenoten dat misschien wel heel fijn?

Denk eens na, voor wie kan jij wat betekenen?

6. Hoe weten ze je te vinden?

Hier zijn er eigenlijk 2 vragen die je kunt beantwoorden

hoe komen mensen met jou in contact? en 2. wat vinden ze eigenlijk van je ’kadootje’?

7. Hoe onderhoud jij je relaties?

Hier betekent ’relatie’ niet verkering, maar eigenlijk ieder contact wat je met anderen hebt. Het gaat eigenlijk over hoe ga jij met anderen om? Kies je ervoor om bijv. wat afstandelijk te zijn in je contact, dat is bijvoorbeeld dat je liever af en toe een appje stuurt dan dat je belt. Of zie je mensen het liefst face-2-face?

Onderneem je samen met mensen dingen, of doe je het allemaal liever alleen?

8. Wat kost jou dat?

Met het woord kosten kan je letterlijk denken aan geld, bijv. de kosten die je maakt om met je scooter naar de pizzeria te rijden om daar te gaan werken. Maar hier wordt eigenlijk ook tijd en energie bedoeld. Als jij altijd vrolijk bent en ervoor zorgt dat iedereen in de klas vrolijk is, dan kan je daar ook wel eens zelf heel moe van worden bijvoorbeeld…

Ook kun je je afvragen hoeveel tijd studeren of werken je kost? Misschien loop je daardoor wel andere dingen mis?

9. Wat levert het je op?

Wat krijg je eigenlijk allemaal terug van doen wat jij doet? Verdien je geld? Krijg je studiepunten? Of misschien nog wel belangrijker zijn mensen trots en blij met je?